Column by the Mastodonten.
Gegroet lezers. We hebben een heuse vakantiecolumn voor jullie in petto. Terwijl het thuis bar en boos is, vluchten de Mastodonten graag naar het warme zuiden voor de winter. Samen met de trekvogels overwinteren wij in een villa in Sevilla, een stad met één miljoen inwoners in Zuid-Spanje. Daar, onder het genot van Flamenco-gitaren, genietend van tapas en rode wijn, willen we het deze keer niet hebben over een controversieel onderwerp! We hebben het niet over een de bouw van een technologisch-veiligheidscomplex van een nucleaire energie, of een al lang van te voren bedachte aanleg van een nieuwe kolencentrale. Neen. Vandaag behandelen we iets lieflijks, iets leuks, iets waar iedereen achter kan staan: een fietspad!
Wie is er nou tegen een fietspad? Het is een min of meer het knuffelkonijn van de ruimtelijke ordening. Je moet wel een hele grote hork zijn, zonder enig empathisch vermogen, als je tegen een fietspad wil zijn. Pakweg acht jaar geleden besloot het gemeentebestuur van Sevilla tot de aanleg van een fietspadennetwerk door de stad. Direct na het besluit is onmiddellijk een basis netwerk aangelegd in en rondom het centrum van de stad, in totaal 80 kilometer lengte. Stel je voor, van niks naar 80km in niet meer dan een jaar? De politici van destijds beschrijven de grootse aanpak als dé grote succesfactor van het plan. Sindsdien is er ongeveer 150 kilometer fietspad gerealiseerd.
Wat een feest! Nog een wijntje, mijn beste? Wat waren de beweegredenen voor de ontwikkeling van dit fietspadennetwerk? Is het een linkse hobby? Is het een prestigeproject? Het blijft gissen naar de reden, maar wij als flinke Mastodonten oordelen nooit over goede bedoelingen! Het gaat ons om het effect, resultaat! Dát willen wij zien. Sinds de aanleg is het aantal dagelijkse ritjes op de fiets toegenomen van 5000 tot 72000. Voordien bedroeg het fietsverkeer slechts 0.5% van het totale verkeer in de stad, vandaag de dag bedraagt het 7%. Dat betekent dus minder voet-, bus-, en autoverkeer. Maar ook: een fantastische reeks fietspaden.
Light poles on the cycling path
Trees on the cycling path
U ziet het goed, beste lezer, fietspaden van niks naar nergens, haarscherpe bochten, smalle paden, drempels en kuilen, overhangende sinaasappelbomen, een gezellig druk terras, rolstoelgebruikers, een bushokje zonder halte, lantaarnpaal met prullenbak, et cetera. De spin off-effecten zijn eindeloos. Behalve de nieuwe groep fietsers, zijn er ook talloze economische activiteiten ontstaan: Een leenfietsensysteem. Vele fietsenwinkels. Fietsenmakers. Fietsendieven. Een zwarte markt voor fietsen. En last but not least: Bovendien wordt de fiets rustig als reclamemiddel gebruikt om wanden te sieren van winkels en cafés. Het is een ware hype.Het lijkt wel Amsterdam. Eind goed, al goed, niet waar?
Cycling rack
Maar, er is een dubbele bodem. Een goed plan krijg je niet zomaar voor elkaar, en een goed plan is niet zomaar af en klaar. Een plan is niet af zodra het is ontworpen door de stedenbouwer, is ingestemd door de gemeente, is uitgevoerd door wegenbouwer. Wie goed kijkt naar de fietspaden is Sevilla ziet grote verschillen met het Nederlandse systeem. Waar het fietspad in Nederland al sinds jaar en dag is geïntegreerd in de Nederlandse wegenbouw – tussen het voetpad en de autoweg, daar lijkt het Sevillaanse fietspad op een lappendeken zonder enige regelmaat. Langzaamaan ontstaan gaten in het groene wegdek, en rijden fietsen maar op de autoweg om zich sneller te kunnen bewegen. Iedereen begrijpt dat nu het fietspad er ligt in Sevilla, dit er niet zomaar in het geheel uitgesloopt zal worden. Dat kost wel zo ontzettend veel moeite, tijd en geld, dat de gemeente wel een heel grote afkeer moet hebben vooraleer het verwijderd gaat worden. En dus, nu het netwerk er eenmaal ligt, vraagt dat ook om onderhoud.
Een gemeente kan zijn beste idealen verwezenlijken, maar moet ook beseffen dat een plan nooit af is. Hoe schattig of on-controversieel ook. En dus komen wij aan bij de institutionele zwaarte van de planologie. Dit doet men niet zomaar even voor de vuist weg. Een weg, een gebouw, een park, een ingreep in onze publieke ruimte, is er voor een hele tijd. Deze beslissingen zijn het best te maken met een lange-termijnblik, voor toekomstige generaties. Niet voor een huidige hype, effe gauw wat verdienen, etc. Al is de levensverwachting wel steeds langer voor mensen, het blijft moeilijk goede lange-termijnbeslissingen te nemen. Stem daarom niet te snel in, m’n beste, met een planologische nieuwigheid of architectonische frats. De institutionele zwaarte van uw vakgebied garandeert dat de echo van uw keus nog zeer lang na uw stoffelijk bestaan zal naklinken.
maart 6, 2015
Comments