top of page

Toekomstmuziek

Column door Pim Buijs


Op het moment dat ik deze column aan het schrijven ben, naderen we 2025. Het einde van het jaar is een tijd van terugkijken, en een tijd van vooruit kijken. Ik focus mij op dit laatste, omdat het thema van TOPOS deze keer futuristic landscapes is, oftewel toekomstige landschappen. Dit onderwerp roept bij mij verschillende associaties op van een rooskleurige toekomst: vliegende auto’s, woningen voor iedereen, AI-gestuurde innovaties, etc. Het roept ook beelden op van de gebroeders Das, twee illustratoren, bouwkundig ontwerpers en futurologen. Zij maakten toekomstgerichte ontwerpen voor gebouwen en landschappen, met planeet aarde als uitgangspunt (zie figuur 1). Terwijl ik dit landschap aanschouw, hoor ik het bekende nummer van John Lennon, Imagine:


Imagine there's no heaven

It's easy if you try

No hell below us

Above us, only sky

Imagine all the people

Livin' for today


Figuur 1: Heuvellandschap door de gebroeders Das. (Bron: http://www.rudolfdas.nl/)


‘Imagine’ is een welbekend nummer dat een rooskleurige toekomst schetst. Wat minder mensen weten is dat een welbekende (en tevens mijn favoriete) band, Steely Dan, een nummer heeft gemaakt als reactie op Imagine. Dit nummer heet “Only a fool would say that’:


A world become one of salads and sun

Only a fool would say that

(….)

I heard it was you

Talking 'bout a world where all is free

It just couldn't be

And only a fool would say that


Dit nummer steekt de draak met John Lennon en maakt hem uit voor een dwaas, omdat hij een toekomst schetst die volgens Steely Dan volledig losstaat van de realiteit. Imagine is dus, letterlijk en figuurlijk, toekomstmuziek. Toekomstmuziek waar volgens Donald Fagan en Walter Becker, de kernleden van de band, alleen dwazen verkondigen.


Deze muzikale tegenstelling reflecteert mijn innerlijke strijd als het gaat om toekomstbeelden. Ik ben van nature een glas half vol type, maar ik zie ook in dat onze nabije toekomst er niet zo rooskleurig uit ziet. In mijn columns heb ik vaak gesproken over de hoeveelheid aan crises in Nederland en daarbuiten: woningcrisis, asielcrisis, klimaatcrisis, biodiversiteitscrisis en noem zo maar op. Daarbovenop komt ook nog het sluipende tekort aan basisbehoeftes: naast de welbekende wooncrisis hebben we namelijk ook te maken met zaken zoals netcongestie en dreigende drinkwatertekorten. Als ik dan reflecteer op alle politieke beloftes die de laatste jaren zijn gedaan door verschillende politici, begint het nummer van Steely Dan gelijk in mijn hoofd te draaien.


De realiteit van deze toekomst brengt men al snel in een melancholische sfeer. Wat er vaak wordt gedaan om hieruit te komen, is een toekomstbeeld te schetsen door grote beloftes te doen en door nog grotere, meeslepende plannen te maken: snellere procedures, minder regels, meer bouwen, minder beleid, minder ambtenaren en meer focus op de uitvoering om er maar een paar te benoemen. Het ingewikkelde aan al deze crises is dat ze zorgen voor veel onduidelijkheid, en deze onduidelijkheid maakt het ontzettend lastig om grootse plannen te maken. Er moeten dingen gebeuren, maar ik heb vaak het gevoel dat ik door deze grootse plannen dienend als oplossing voor de vele crises, ik de bomen door het bos niet meer zie. En het bekruipende gevoel dat als we niks doen, het hele bos straks is afgefikt.


In deze context helpt het mij om niet na te denken over hoe het toekomstige landschap er uit ziet, maar om te focussen op wat we nodig hebben om een toekomstig landschap te vormen. Naar mijn mening zijn twee aspecten ontzettend belangrijk in een toekomst waar we nog geen eens zeker kunnen zijn van toegang tot basisbehoeftes: wendbaarheid en weerbaarheid.


Het verschil tussen de twee, wordt als volgt uitgelegd door Martijn van der Steen en professor Mark van der Twist (2014):

"Weerbaarheid duidt op het absorberen van schokken, bijvoorbeeld het opbouwen van buffers om schokken op te vangen (Wildavsky, 1984; Walker e.a., 2004). De idee is dat het probleem niet te voorkomen is, maar dat de buffer ruimte biedt om in te teren. Wendbaarheid kiest een ander principe en zet in op het vermogen om zodra een onverwachte gebeurtenis zich aandient daar snel op in te spelen en er omheen te bewegen (De Bruijne, Boin & Van Eeten, 2010; Huitema e.a., 2010). Dus niet absorberen en interen, maar aanpassen en overnemen. De klap niet opvangen, maar er omheen sturen."


Welk toekomstig landschap we onszelf ook inbeelden, zorgt de huidige complexe realiteit ervoor dat je rekening moet houden met onverwachte gebeurtenissen. Zo was het overgrote deel van de wereld totaal onvoorbereid op corona. Het heeft desastreuze gevolgen gehad, maar door de weerbaarheid en wendbaarheid van Nederland is het land niet uit elkaar geklapt. Weerbaarheid uit zich in het toekomstige landschap als bodem en water sturend, noodbatterijen en calamiteitenplannen. Wendbaarheid vraagt om slimme systemen, de juiste sturingsinformatie en daadkracht.


Maar wendbaarheid vraagt vooral wat van ons als maatschappij: wennen aan het idee dat de toekomst onzeker is en dat we niet alles voor lief kunnen nemen. Maar ook wennen aan het idee dat we elkaar nodig hebben om wendbaar te zijn. Om het corona-voorbeeld terug te halen, heeft iedereen duizenden manieren gevonden om zo veel mogelijk hun normale leven te leiden. Dit was niet altijd even fraai, maar we hebben elkaar er doorheen gesleept. Ik denk dat we ons allen wel personen kunnen bedenken die ons in deze vreemde corona-tijd hebben geholpen. Ook voor toekomstige onzekerheden is het dus belangrijk dat we vooral in verbinding zijn met elkaar en elkaar helpen op een begripvolle maar pragmatische manier. Wellicht ben ik wat naïef, maar ik geloof dat wij met elkaar het toekomstige landschap kunnen en moeten vormen volgens deze twee principes. Steely Dan zou mij waarschijnlijk uitmaken voor een dwaas. Wellicht ben ik een dwaas, maar ook een dromer. In de woorden van Blondie: Dreamin’ is free. En als er een ding is waar Nederlanders van houden….



Bronnen:

Van Der Steen, M., & Van Twist, M. (2014). Weerbaar of wendbaar zijn? Strategische opties in de voorbereiding op de drie decentralisaties. Beleid En Maatschappij, 41(1), 58–64. https://doi.org/10.5553/benm/138900692014041001010

Comments


bottom of page