top of page

Proosten op je eigen landschap


Article by Cor Simon.


Henriëtte Waal, kunstenaar en sociaal ontwerpster, maakt mensen door middel van kunstprojecten bewust van hun relatie met het landschap. TOPOS interviewde haar over een mobiele bierbrouwerij, afval als grondstof en ‘leuk’ idealisme.

Een interview met Henriëtte Waal.

Als ik de studio van Henriëtte Waal binnenkom zie ik een vreemde installatie staan. Het blijkt een bierbrouwerij op een aanhanger, het ruikt nog vers naar bier. Het is één van Henriëttes projecten waarin grondstoffen een belangrijke rol spelen. Zo probeert ze mensen bewust te maken van hun omgeving.Henriëtte Waal reist door ons land met haar mobiele bierbrouwerij, die is gedoopt tot de ‘De Buitenbrouwerij’. Een aanhanger met aan elkaar verbonden pannen, flessen en buizen is in staat om een biertje te maken, als er lokaal water aanwezig is. Het bier wordt vervolgens genoemd naar de typische smaak of eigenschap van het landschap waar het gebrouwen is, zo kun je bijvoorbeeld een lekker lokaal gebrouwen ‘gerookt veenbiertje’ drinken. De buitenbrouwerij is natuurlijk niet bedoeld om (studenten) in de lokale alcoholconsumptie te voorzien. Nee, Henriëtte is vooral op zoek naar lokale smaken en manieren om mensen een landschap te laten beleven, hen te laten nadenken over water en hoe we met natuur omgaan.


De mobiele bierbrouwerij van Henriëtte Waal. Foto: © Henriëtte Waal


Bewust worden van grondstoffen: de ingrediënten van het landschap De buitenbrouwerij laat op een eenvoudige manier zien hoe rijk het landschap is aan grondstoffen. Voor Henriëtte zijn grondstoffen en mensen de ‘ingrediënten voor het ontwerp’. Het belangrijkste ingrediënt van bier, namelijk water, wordt zo plaatselijk uit het landschap gehaald. De buitenbrouwerij maakt op een simpele manier het hele proces zichtbaar; water oogsten, water zuiveren, hop toevoegen, even gisten en klaar. Zo geeft ze mensen een andere ervaring van het landschap waarin ze leven.


Lokaal gebrouwen bier rechtstreeks uit de polder. Foto © Jorn van Eck


Grondstoffen zijn volgens haar de pure / arme materialen waarmee je iets vormgeeft. In het ontwerpproces creëer je een waarde in dat materiaal, dat is de essentie van het ontwerpen.Het verhaal van grondstoffen zie je ook terug in andere projecten. Eén project daarvan gaat over het maken van nieuwe natuur in een agrarisch landschap. Het agrarische landschap bestaat uit weilanden, sloten en wilgen. Een cultureel-landschappelijk element in het gebied zijn kleiputten die zijn ontstaan door aftakking van de Vecht. Ooit hebben boeren voor het verstevigen van dijken en wegen, deze klei gewonnen. En daardoor zijn er vijvertjes ontstaan. Niemand begrijpt meer wat zo’n kleiput is en hoe ze zijn ontstaan. Daarom organiseert ze in samenwerking met een lokale keramist een ‘avontuur’, waarin mensen weer klei uit de kleiput kunnen winnen, zuiveren en er aardewerk mee kunnen maken. “Dat levert misschien niet het beste aardewerk op van de hele wereld, maar het is heel mooi om zo’n directe link met het landschap te maken. Ik merk ook dat mensen behoefte hebben aan het lokaal produceren van goederen, weten waar het vandaan komt.”

“Het opnieuw aanleren van kennis en vaardigheden over het landschap vind ik belangrijk” vertelt ze, “het verbaast me wel hoe weinig kennis mensen hebben van grondstoffen zoals bodem en water”. Een aantal generaties terug waren mensen, met name boeren, nog veel directer bezig met het landschap omdat het onderdeel was van hun werk. Tegenwoordig leven er veel meer mensen in de stad en productieprocessen zijn steeds globaler en complexer geworden. “Het is heel belangrijk voor het voortbestaan van de aarde maar ook onze eigen welzijn, dat we onszelf opnieuw uitvinden als onderdeel van de natuur”, zegt Waal.

Afval = grondstof Het is opmerkelijk te horen waar Henriette al bier van heeft gebrouwen: een gore sloot, de zoute zee en zelfs van net gezuiverde urine. Dat bezorgde me toch wat vraagtekens; “wordt dat dan urine-bier?” vroeg ik me hardop af. “Urine is niet vies,”, vertelt ze, “het hangt er vanaf hoe kort je de cirkel maakt, uiteindelijk wordt al het water of urine eindeloos hergebruikt.” Dit bewees ze door met haar buitenbrouwerij vrij dicht bij het toilet te gaan staan van een project van Marjetica Potrc & Ooze architects(1). De urine uit het toilet komt door een helofytenfilter en wordt uiteindelijk gebruikt voor irrigatie en drinkwater. Na uitvoerige testen bleek het gewoon te drinken, en passerende recreanten dronken vrolijk mee. Hiermee wil ze niet zeggen dat het water onbeperkt vervuild mag worden. Als het water ernstig vervuild is dan heb je een probleem. Hoe vervuilder, hoe moeilijker het zuiveringsproces. Er kunnen bijvoorbeeld nog zware metalen inzitten. Daar moet je dan niet te veel van drinken.

Zoals gezegd, niet alleen via de bierbrouwerij is Henriette bezig met afval en grondstoffen, ze is nu ook bezig met een project bij Schiphol. Schiphol wil verduurzamen en de afvalstromen lokaal verwerken (transport is duur en verkwistend). De meststoffen van poep en plas van reizigers kun je injecteren in de omliggende landen voor de productie van voedsel. Volgens Waal moeten we veel meer denken in cirkels, afval wordt weer grondstof, ze adviseert een ieder om het boek van Gunter Pauli ‘Blauwe Economie’ te lezen.

De sociaal designer en de landschapsarchitect/planner De bovenstaande projecten laten zien dat het doel niet per sé een fysiek eindproduct is, maar de relaties tussen mensen en hun omgeving. En dat is wat Henriëtte Waal doet, sociaal design. De landschapsarchitect begint bij grondstoffen (bodem, water, vegetatie) en hoe je die relateert aan mensen. De sociaal designer daarentegen, begint bij mensen, en hoe je ze relateert aan hun omgeving. Ze noemt sociaal design ook wel de ‘architectuur van de sociale omgeving’. Het gaat om de empowerment van mensen.

Wat kan een sociaal designer dan precies betekenen voor de landschapsarchitect? “Ik werk op landschappelijke schaal, en aangezien heel veel ontwerpvraagstukken sociale vraagstukken zijn, kun je bij mij aankloppen.” Het landschap is groots en de processen daarin duren heel lang, wat moeilijk te bevatten is. Hoe zorg je er nou voor dat die processen aansluiten bij de menselijke maat, en hanteerbaar worden op schaal van het individu? Die verstaalslag probeert ze te maken in haar projecten want: “We moeten toch weten waar we onderdeel van zijn?”. Ook vraagt ze zich ook af hoe landschapsarchitectuur verandert nu veel dingen organischer gaan en minder van bovenaf gepland worden. “Ik denk dat het organiseren van contact tussen partijen van grootschalige plannen en de kleine mens heel belangrijk is.”

Een goed voorbeeld is een veelgepubliceerd project in Amsterdam Nieuw-West(2). Het doel was om mensen zich kijkgroen te laten toe-eigenen en weerstand te bieden tegen de ontregelende en van bovenaf opgelegde sloop- en stadsvernieuwing in de wijk. Daar waren sociaal onderzoek en samenwerking ook waardevol. Het bleek dat er veel mensen woonden met een plattelandsachtergrond die veel kennis hadden van groen en de behoefte hadden daar iets mee te doen. De hoge werkloosheid onder bevolking in Amsterdam Nieuw-West betekende dat mensen ook veel tijd hadden voor stadslandbouw. Door het sociale onderzoek kan het ontwerp veel gelaagder worden. Jij als ontwerper gaat het project veel beter begrijpen en zij hebben ook het idee dat je het beter begrijpt.


Stadslandbouw geeft bewoners een sociaal platform. Foto © Henriëtte Waal


Ontwerpen vanuit de mens Maar, vraag ik me af, als ik bijvoorbeeld een mooi park heb ontworpen, hoe overtuig je mensen er dan van? “Kijk hier, gaat het fout”, reageert ze, “begin je niet verkeerd en denk je dan niet te veel in het product zelf? Mensen zijn ook onderdeel van het landschap. Mensen gaan gewoon protesteren tegen de dingen die jij voorstelt. En dan ben je al te laat, want je moet ze eerst horen voordat je met een ontwerp op de proppen komt. Bovendien leven ze al langer op dat stukje land en iedereen heeft er zijn eigen beleving en ervaringen. Het heeft verregaande gevolgen wat jij doet omdat het landschap zo’n formaat heeft. Een stoel kun je nog verstoppen maar het landschap niet.”

“Misschien denk je wel dat die mensen in dat opzicht een noodzakelijk kwaad zijn. Maar juist door uit te gaan van de mensen, ze bij je ontwerpproces te betrekken, kun je enorm veel energie in ze los krijgen. Je kunt er als landschapsarchitect voor kiezen om je op de fysieke kant te richten of het sociale, maar je moet je er van bewust zijn dat beide essentieel zijn.”


De bierbrouwerij betrekt bewoners bij hun landschap. Foto © Jorn van Eck


Dat mobiliseren van mensen doe je volgens haar door van hen uit te gaan. “Weet je, mensen zijn ook gewoon wezens die een zo leuk mogelijke tijd willen hebben.” Dus om puur idealistische redenen mensen bij iets betrekken is gewoon heel lastig. Je moet het leuk maken. Voor “waterzuivering” loopt niemand warm, maar als een waterzuivering ook een bierbrouwerij en viskwekerij of botanische tuin is wordt het leuk en interessant. Geef de mensen de verantwoordelijkheid over het onderhoud van een stukje groen en laat ze het groen een naam geven. Als het financieel haalbaar is, je er goed kunt eten en het leuk is, heb je een case. Als je het dan ook nog voor elkaar krijgt dat mensen er bewust van worden dat het landschap om ons heen de grondstoffen herbergt waar wij van leven, dan heb je iets bereikt. Plotseling realiseer ik me hoe de bierbrouwerij me in contact heeft gebracht met mensen en het lokale landschap, en dat elke argeloze slok onderdeel is van een eeuwig proces.

Referenties

1. “Between the Waters”, Emscherkunst, Ruhr 2010. Marjetica Potrc & Ooze architects.

2. “De Kok, de kweker, zijn vrouw en hun buurman” by Marjetica Potrc & Wilde Westen (Lucia Babina, Reinder Bakker, Hester van Dijk, Sylvain Hartenberg, Eva Pfannes, Merijn Oudenampsen en Henriëtte Waal). Amsterdam Nieuw-West 2009 in samenwerking met Stedelijk Museum Amsterdam. Het project is veel gepubliceerd en was in 2013 finalist voor de International Award for Public Art.


juni 24, 2014

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page