Article by Vincent Kuypers.
Sinds 2009 groeit er Miscanthus in de Haarlemmermeer. Het begon met 1 hectare aan de Hoofdvaart op de kop van de Polderbaan van Schiphol. Wat bracht een agrarisch ondernemer er toe om in dit gewas te gaan investeren, wie sloten erbij aan, wat is er de afgelopen vijf jaar uit voortgekomen en hoe maken we van dit fenomeen een leeromgeving? Vincent Kuypers, met TSG kennismakelaars betrokken bij theGROUNDS Schiphol, vertelt over de totstandkoming van een nieuw soort productielandschap onder de rook van Schiphol.
© Afbeeldingen: Vincent Kuypers
Na de aanleg van de Polderbaan bij Schiphol werd snel duidelijk dat het open akkerlandschap een ideaal medium was voor het voortrollen van grondgeluid, tot in de woonbuurten van Hoofddorp, Vijfhuizen en Badhoevedorp. Er werden allerlei maatregelen en oplossingen voor gezocht en gevonden, die ten koste van vele hectares akkerland gingen. Geluidribbels in de akkers beslaan inmiddels tientallen hectares. De agrarische bedrijfsvoering van de directe buren van de polderbaan kwam onder druk te staan. Al langer was er sprake van een groeiende populatie Grauwe ganzen, en steeds vaker ook overblijvende zomerganzen, Nijlganzen en Canadese ganzen. Schiphol en de Rijksoverheid besteden een groeiend budget aan het verjagen, afschieten en vergassen – en compenseren de akkerbouwers voor het onderploegen van stoppels en graanresten direct na de oogst. De populaties in de polder blijven echter riskant groot, een gans in een vliegtuigmotor richt forse schade aan, meerdere ganzen in motoren vormen een groot risico voor de vliegveiligheid.
Figuur 1 – Ganzen op stoppelakker rond Schiphol
Gert Jan Petrie besloot in 2009 tot een experiment met een meerjarig gewas als voorbeeld om “andere” oplossingen dan ontgrondingen voor geluidribbels en het ganzenprobleem te agenderen. Dat werd “Olifantsgras”.
Miscanthus is een geslacht van reuzengrassen, afkomstig uit de Zuidoost Aziatische delta. Het is een bijzondere grassoort, omdat het een aantal zeer schone eigenschappen heeft. Bovengronds vormt het een wuivend rietachtig veld, met scherpe bladranden en in oktober roze bloeipluimen. In de winter blijven kaarsrechte bladloze bamboeachtige stelen staan, bestaand uit cellulose in korte vezels en zeer weinig vocht. Het blad valt in november af en vormt een dikke zachte strooisellaag. De plant trekt al zijn voedingsstoffen terug in de wortelstokken, die als de bodem in het voorjaar voldoende opgewarmd is, het volgende jaar telkens meer spruiten maakt. Zo ontstaat er een dichte mat, die zo’n 20 jaar lang geoogst kan worden. Het is alsof je een snelgroeiend bos aanplant dat vanaf het derde jaar geoogst kan worden. In een gemiddeld seizoen levert een hectare 20 ton schone biomassa op. De hybride Miscanthus sinensis x giganteus is afkomstig uit Duitsland, waar de teelt al langer en grootschaliger plaatsvindt dan op bestaande percelen in Zeeland en Groningen. De plant is steriel en verspreid zich alleen via de aangeplante wortelstokken. Bijkomende voordelen zijn dat onkruidbestrijding slechts in het eerste jaar nodig is en dat de plant geen meststoffen nodig heeft. De planten hebben weinig water nodig, en dat water mag ook nog brak zijn, iets wat in de Haarlemmermeer andere grote droogmakerijen (Wieringermeer en Zuidplaspolder) aan de orde is. Kortom, een adaptief gewas met grote potentie voor de opkomende bio-based economie en in gebieden waar verzilting nauwelijks meer te stuiten is.
Figuur 2 – De voorjaarsoogst van Miscanthus langs de hoofdvaart
theGROUNDS
Tezelfdertijd in 2010 initieerde Schiphol Group theGROUNDS, een incubator voor kansrijke ideeën op het gebied van duurzaamheid, waarin TU Delft, TNO, Wageningen UR en IMTECH participeren, mede naar aanleiding van de publicatie “C2C als perspectief voor duurzame gebiedsontwikkeling” (RVOB, DLG). Hierin worden vijf noties onderscheiden, waar continue aandacht voor moet zijn om te komen tot structurele transities van complexe gebieden. De omgeving van Schiphol bleek een prachtige proeftuin om die noties in de praktijk te brengen. De urgentie om, naast de reactieve aanpak van het moeilijk te verkopen verhaal van vergassen, tot een structurele aanpak van de ganzenpopulatie te komen, leidde tot een zoektocht die uitkwam bij Gert Jan Petrie. Uit die ontmoeting kwam in 2011 een Green Deal Olifantsgras tot stand, waarin de ministeries van IM en EZ samen met de coöperatieve Miscanthusgroep (inmiddels door vier buren opgericht) en de Wageningen UR overeenkwamen om het areaal Miscanthus tot tenminste 15 hectare uit te breiden en te onderzoeken wat de impact van het Olifantsgras in de polder kon betekenen. Enerzijds om ganzen te weren, anderzijds om business cases te ontwikkelen voor het cellulose houdende product. Die 15 hectare waren binnen een jaar rond de polderbaan gerealiseerd en werden gevolgd door 60 hectare in Schiphol Trade Park in 2013.
Figuur 3 – Miscanthusveld, Schiphol op de achtergrond
De 5 C2C Noties en Olifantsgras
Notie 1 beschrijft de noodzaak om schone kringlopen in tijd en ruimte te ontwikkelen. Miscanthus bleek daarvoor een perfect gewas, het produceert immers uit tonnen CO2 en zonlicht een schone grondstof, waar geen mest en weinig water aan te pas komt. Ja, het vervangt een heel klein deel van voedselproducerende akkers, maar juist hier rond het banenstelsel trekken die ganzen en andere vogels tijdens het planten en oogsten. Het leidde er wel toe dat de opschaling nadien met name gericht was op gronden met een bouwbestemming op langere termijn – Schiphol Trade Park in het bijzonder, maar ook in Rotterdam Zuid, Lansingerland en andere plaatsen verspreid over het land.
Notie 2 beschrijft het creëren van waarde in People, Planet, Profit en Samenwerking. Het cyclisch economische model dat wordt ontwikkeld op basis van de grondstof cellulose uit Miscanthus stelt cascadering van het gewas voor, waarbij de biomassa pas na “andere” toepassingen omgezet mag worden in energie. De energieverbrandingswaarde van de biomassa – circa € 500 / ton – weegt niet op tegen de investeringen in pacht en aanplant. De eerste eenvoudige toepassingen betreffen stal strooisel (strovervanger) voor paarden en kleine huisdieren. Mits ontdaan van stof, blijkt Miscanthus zeer absorberend te zijn en goede compost op te leveren. De volgende toepassing is bouw- en verpakkingsmateriaal. Gemengd met beton kan er lichtgewicht beton van worden gemaakt, zo ook isolatiematten, spaanplaat, karton, papier en uiteindelijk vezelversterkte bio-polymeren en -plastics, waarbij de waarde nu stapsgewijze toegenomen is tot circa € 1500 / ton. Tegelijkertijd leverde de samenwerking tussen de Green Deal partijen een kennis- en schaal sprong op die anders nooit bereikt was. Zo studeerden een groot aantal jonge professionals al af op Miscanthus en blijkt Miscanthus een interessante biodiversiteit aan te trekken, die niet tot vliegveiligheidsrisico’s leidt. Last but not least, kwamen er een tiental andere vezel- en oliehoudende gewassen in beeld.
Notie 3 beschrijft de noodzakelijkheid van het parallel strategisch en operationeel handelen in het gebiedsontwikkelingsproces. De Green Deal als strategisch handelingsperspectief en het snel uitrollen van hectares als operationeel “Can Do” perspectief is leerzaam voor vele andere transitie gebieden. Daarmee is direct duidelijk dat de volwaardige leeromgeving door de participatie van ondernemers, overheden en onderwijs- en kennisinstellingen het belangrijkste resultaat van deze notie is. De Ambachtelijke Academie Schiphol Trade Park werd in mei 2014 gestart met MBO-ers die bio-beton stortten voor druk en verweringsproeven , HBO-ers gingen met scenario’s voor alternatief beheer en inrichting aan de slag, en academische studenten volgden de torenvalk, produceerden een verdieping van vraagstukken rond opschaling van Miscanthus en de potenties ten aanzien van CO2 fixatie, filterwerking en geluidreductie.
Notie 4 beschrijft het inschakelen van lokaal kapitaal, know how van mensen in het gebied, lokaal beschikbare middelen en de potenties van het landschap. De Miscanthusgroep is de investeerder in pacht en plantmateriaal en tevens de primaire kennisontwikkelaar en eigenaar van het product. Als geen ander weet de coöperatie wat de karakteristieken en kenmerken van de polder zijn. Door de Green Deal partners zijn zij gestimuleerd met onderzoek en gefaciliteerd in een voor Schiphol nieuwe meerjarige pachtvorm. Alles zonder subsidie, anders dan in de verbouwing van een klein pandje tot EXPO centrum en ontmoetingsplaats in het landschap.
Notie 5 beschrijft gebiedsontwikkeling als evolutie met duurzaamheid als uitgangspunt – en niet als een van de vele bijbehorende aspecten. Schiphol Trade Park is daarvan een fraai voorbeeld. Het gebied is bestemd tot logistiek bedrijventerrein met de ambitie om het duurzaamste in zijn soort in de EU te zijn. Het ligt op een dynamisch distributieknooppunt aan de A4, de HSL en vlakbij de luchthaven. Onder de aanvliegroute van de Kaagbaan is bebouwing niet mogelijk en daar bevindt zich nu de duurzame etalage. Dit is een ganzenwerend, fijn stof en geluid absorberend, wuivend landschap dat bio-based grondstoffen voortbrengt en het begin vormt van de duurzame transitie tot een innovatief luchthavenlandschap. Het verkreeg recent de certificering 4 sterren BREEAM(duurzaamheidskeurmerk van de Dutch Green Building council) gebied.
Figuur 4 – Het Schiphol Trade Park langs de A4
De notie ‘Schoonheid’
Eind 2014 hoopt de C2C visiegroep een vervolg te produceren op de publicatie uit 2009. Geheel in C2C stijl is een jonge generatie experts in de groep opgenomen met een nieuwe kijk op de noties. Met een zestal “proeftuinen” toetsen we samen het gedachtegoed, vernieuwen we de noties en voegen er een ontbrekende notie aan toe. Notie 6 “Schoonheid”, beschrijft onze visie op ruimtelijke kwaliteit in relatie tot de 5 andere C2C noties – de ontbrekende perceptie van de omgeving – die operationeel een duurzaam gebiedsontwikkelingsproces kan maken en breken. People, Planet, Profit blijft het strategisch kader.
Figuur 5 – Het landschap gezien vanuit het Expocentrum
oktober 31, 2014
Comments