top of page

Community Planning; Meedenken Maar Dan Écht


Article by Is Maatwerk and Edwin Lucas.


Digitale klantenpanels, informele huurdersverenigingen: zomaar een paar nieuwe vormen waarmee corporaties de invloed van huurders proberen te versterken. Nog een stapje verder ging woningstichting Het Grootslag. Bewoners konden een nieuw (zorg)centrum in Andijk mee-ontwerpen. Ook andere corporaties gingen al aan de slag met een vorm van community planning.

Een vrijdagmiddag in Andijk, juni 2016. Directeur-bestuurder Hans Kröger van woningstichting Het Grootslag staat in een zaaltje in zorgcentrum Sorghvliet (Andijk, gemeente Medemblik). De ruimte zit vol bewoners, huurders van aanpalende inleunwoningen en omwonenden. Veel mensen zijn ongerust. De betrokken zorgorganisatie, Omring, zoekt een alternatief voor het pand omdat het niet meer aan hedendaagse eisen voldoet. Dat heeft consequenties voor inleunwoningen van Het Grootslag, die gebruikmaken van gedeelde voorzieningen. Betekent dit sloop, nieuwbouw, verhuizen? Is er straks nog wel genoeg zorg in het dorp?


Kröger pakt de microfoon: “Meestal komen er in dit soort gevallen een architect en een stedenbouwkundige aan te pas en mag u later op hun plan reageren. Nu doen we het anders. U kunt zelf aangeven wat u wilt, ontwerpers vertalen dat daarna in een idee. Er zijn wel randvoorwaarden – een flat van 20 verdiepingen kan bijvoorbeeld niet – maar er ligt géén blauwdruk.”

Tijd om aan de slag te gaan: 130 bewoners (de oudste is 102), huurders, jongeren en omwonenden buigen zich in een ontwerpfestival over de vraag: wat willen we op deze plek? Wat zijn de problemen, de dromen, de oplossingen? Niet alleen voor het zorgcentrum, maar ook voor het wonen, de voorzieningen en de omgeving. Samen met ontwerpers en procesbegeleiders wordt gepraat en getekend. Het levert een schat aan ideeën en suggesties op. Velen willen een mix van jong en oud. Levendige ontmoetingsplekken. Een multifunctioneel gebouw waar ook vrijwilligers terecht kunnen. En vooral veel groen. Kortom: een levendige dorpskern, waarin je goed oud kunt worden, of je nu zelfstandig woont of niet.


‘Aan de tekentafel draaide ik helemaal bij’ José Karsten (51) woont vlakbij zorgcentrum Sorghvliet in Andijk.


“Ik was best sceptisch toen we als Andijkers via de media werden uitgenodigd voor het ontwerpfestival. De plannen lagen vast al lang klaar en dit ontwerpfestival zou vast een mooi zoethoudertje voor de mensen zijn. Eenmaal aan de tekentafel draaide ik helemaal bij, ik kreeg het gevoel dat ze echt iets met onze ideeën gingen doen. Andijk is lang een versnipperd dorp geweest, verdeeld in Oost en West – vooral door de verschillende geloofsgemeenschappen. Er is behoefte aan een uitbreiding van het centrum met voorzieningen die alle Andijkers verbinden. Een ontmoetings- en woonplek voor jong en oud. Dit zag ik enkele dagen later terug in de presentatie van het projectplan. Ik hoop dat met de uitvoering van de plannen ook mijn man – een echte Andijker – naar het dorp kan terugkeren. Hij heeft acht jaar geleden een ernstig motorongeluk gehad en woont nu in een zorginstelling in Lutjebroek, tien minuten met de auto vanaf Andijk. Tijdens het ontwerpfestival pleitte ik daarom voor goede zorgen woonvoorzieningen in het dorp voor jongere mensen met een beperking. Het zou fantastisch zijn als hij hier weer kan wonen. Wel onder de voorwaarde dat ik zeker weet dat hij de beste zorg krijgt.”

SNELKOOKPAN “Mensen weten vaak zelf heel goed wat wel en niet werkt, het gaat erom die kennis aan te boren”, licht Gerard Jan Hellinga toe. Hij is van het begeleidende bureau IS Maatwerk, dat door Het Grootslag, Omring en de gemeente Medemblik werd ingeschakeld. Sinds 2006 heeft Hellinga met zijn collega’s veel van dit soort processen begeleid. Typerend voor deze community planning – een term die bedacht is in Engeland – is dat communicatie, participatie en ruimtelijk ontwerp in één proces worden uitgevoerd.

Altijd begint het met een inventarisatie van ‘wat de buurt weet’ en het vaststellen van de randvoorwaarden voor de ontwikkeling. Tegelijkertijd onderzoeken ontwerpers de identiteit van de plek. Dan volgt een ontwerpfestival (één of twee dagen) waaraan alle bewoners een bijdrage kunnen leveren. Na maximaal vier dagen volgt al de presentatie: het schetsontwerp, het toekomstidee, de stads- of dorpsvisie. Omdat het plan dan al aan de randvoorwaarden is getoetst, is het altijd haalbaar. Een snelkookpan dus. Waarom? Hellinga: “Goede ideeën worden vaak snel geboren. Op het festival wordt alle informatie onder hoge druk bewerkt. De opdrachtgever is er ook bij. Het is net alsof je samen om het haardvuur zit.” Hierdoor groeit het draagvlak zienderogen. Het voordeel, volgens Hellinga: “Er zijn minder of zelfs geen bezwaren. Bij de planpresentatie is er vaak zelfs applaus, omdat we bewonerswensen écht vertalen.”


Mensen denken dus niet mee over het dichtgetimmerde plan van een ander, maar ze timmeren het plan zelf. Ook in Andijk ging het zo; vier dagen na het festival werd de visie (‘een lief plekje grond’, genoemd naar een lokaal volkslied) al gepresenteerd. Het verzorgingstehuis van Omring gaat in 2020 plaatsmaken voor vier lage flats met seniorenwoningen, met ertussen een glazen hal in de vorm van een kas. Dat wordt een multifunctioneel ontmoetingscentrum voor de hele buurt. Het verzorgingshuis komt op de plaats waar nu jongerenwoningen van Het Grootslag staan. Er is veel groen, zoals een moestuin voor buurtbewoners en kinderen. Ontmoeting, gezamenlijkheid en duurzaamheid zijn de rode draden. Het verhuisplan van Omring is zo een belangrijke motor geworden voor sociale vernieuwing in het dorp.

In de kamers staan de bedden nog in de woonkamer Joukje Swart-Dijkstra (99), woont in zorgcentrum Sorghvliet in Andijk.

” ‘Wie gaat dat betalen’, dacht ik in eerste instantie toen ik de presentatie van de plannen voor het nieuwe Sorghvliet zag. Het is een prachtig plan, ik hoop dat het ooit uitkomt. Voor zo’n grote moestuin in het midden moet je wel ruimte hebben, dat kan niet overal. Ons verzorgingstehuis mag wel wat moderner. In de kamers staan de bedden nog in de woonkamer. In de keukentjes heb je eigenlijk te weinig ruimte voor de rolstoel en rollator. Toch valt het allemaal ook wel mee. Ik werkte bijna mijn hele leven als wijkzuster in Andijk. Mijn ouders zaten nog in het oude bejaardenhuis, dat is afgebroken toen dit werd gebouwd. In die tijd hadden zij geen eigen keuken en deelden ze de badkamer met andere bewoners op de gang. Dit vonden ze prima, want ze wisten niet beter. Mensen wilden toen zelfs met 65 jaar graag naar het bejaardentehuis. Ik vind het goed als er in de toekomst meer jongere bejaarden op Sorghvliet komen wonen, het is triest dat veel mensen hier aan dementie lijden. Ik denk dat ik de uitvoering van de plannen niet meer mee ga maken, maar hoop het natuurlijk wel.”

INSTRUMENT BIJ WEERSTAND Het Grootslag vond dit wiel niet zelf uit. Een soortgelijk ontwerpproces in Renkum was de inspiratiebron. Woningcorporatie Vivare betrok daar buurtbewoners en anderen bij het plan voor de herstructurering van de flatwijk Bergerhof. Verouderde portiekflats (198 woningen) zijn hier gesloopt en vervangen door 68 huur- en 66 koopwoningen. Voor het stedenbouwkundig plan koos Vivare als een van de eerste Nederlandse woningcorporaties voor community planning. Stedenbouwkundigen maakten het plan op basis van ideeën van bewoners, de gemeente en anderen, verzameld op een ontwerpfestival in 2006. Ook hier stond een schets in één weekend op papier en werd het idee drie dagen later gepresenteerd. In de jaren daarna is het plan zonder grote wijzigingen uitgevoerd.

Betekent community planning dat iedereen zijn zin krijgt? Hellinga: “Nee. Mensen snappen dat je keuzes moet maken. Duidelijke randvoorwaarden zijn er altijd, zoals het programma, de bouwhoogte, de milieuwetgeving.” Het helpt als er een neutrale gespreksleider aan tafel zit. Deelnemers zien dat er belangentegenstellingen zijn én dat die te overbruggen zijn. De methode is daarmee extra geschikt als er weerstand is tegen plannen. Dat was bijvoorbeeld in Renkum zo. Na eerder uitstel waren bewoners en omwonenden hier tamelijk kritisch geworden.


Community planning werkt niet alleen in wijken met sociale cohesie maar ook in wijken waar die cohesie ontbreekt. Een voorbeeld van het eerste is Oost-Boswinkel in Enschede. Hier wijken flats van De Woonplaats voor nieuwe woningen in een groene omgeving, met een mix van huur en koop. De oplevering is nu aan de gang. De toekomstige bewoners dachten in 2013 aan de ontwerptafel na over woningen, verkeer, groen en veiligheid. Hun ideeën over duurzaamheid en verbondenheid zijn verwerkt. Een voorbeeld van een situatie zonder sociale cohesie is de Robert Scottbuurt in het Amsterdamse Bos en Lommer. Daar bracht community planning allochtone én autochtone bewoners met elkaar aan tafel. Clara Overes van IS Maatwerk: “Ze kenden elkaar niet of nauwelijks, maar wat hen bond, was de zorg om hun buurt. Ook in Renkum constateerden Nederlands-Turkse buurtbewoners en bewoners van koopwoningen dat het toch wel gek was dat ze elkaar al jaren niet hadden gesproken. Wat hen bond, was de weerstand tegen wéér een planproces zonder hun inbreng.”

‘Ik heb behoefte aan zinnige gesprekken’ Marijtje van Gelder-Klinger (96), woont in zorgcentrum Sorghvliet in Andijk.

“Ik was zo blij toen ik op het ontwerpfestival hoorde dat ze naast een dokterspost, ook kleine winkelvoorzieningen bij het nieuwe Sorghvliet willen bouwen. We hebben nu nog een warme bakker en slager in het dorp, maar hoe lang nog? Een supermarkt vind ik maar onpersoonlijk, want ik maak graag een praatje als ik boodschappen doe. Door een val kan ik nu helaas niet lopen. Dit vind ik heel moeilijk, want ik wil mijn eigen gang kunnen gaan. Veel bewoners hier lijden aan dementie, zij wonen niet op een aparte afdeling. Dat vind ik wel eens lastig. Ik vind het heel erg voor de mensen, maar ik kan moeilijk telkens over het weer praten. Het is daarom goed dat op deze plek in de toekomst zoveel mogelijk jongeren, jongere ouderen en buurtbewoners wonen én samen komen. Ik heb behoefte aan zinnige gesprekken. Die heb ik wel met mijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen – maar zij komen natuurlijk ook niet elke dag langs”

GEEN GEMEENGOED Tegenwoordig blijven mensen steeds langer zelfstandig thuis wonen en vaak gaat dit gepaard met vastgoedkwesties: zorgvastgoed komt bijvoorbeeld leeg te staan. Ook in dit soort situaties lijkt community planning geschikt, zeker nu bij corporaties de wens bestaat om bewoners hier meer een stem in te geven. In Andijk was dat dus zo. De corporatie en de zorginstelling vonden elkaar uiteindelijk in het besef dat het belang van het hele dorp ermee is gemoeid. Daar kwam nog wat bij. Hellinga: “In de Woonvisie van de gemeente Medemblik staat dat er meer via interactieve planprocessen en participatie moet gebeuren, bij voorkeur samen met zorginstellingen, woningcorporaties en burgers. Ook de Omgevingswet zet in op meer burgerparticipatie.”

Een gelopen koers is het daarmee niet. Vivare heeft na Bergerhof niet meer met community planning gewerkt. Projectleider Wietse Boonacker: “Er diende zich geen geschikt project aan. Je moet dit ook niet doen om het instrument zelf. Op kleinere schaal gebruiken we er wel elementen van.” In Enschede klinkt een vergelijkbaar geluid. Johan Oude Breuil van De Woonplaats: “Overal wordt nu om ontwerpcharrettes gevraagd. Leuk, maar het is oppassen. Dit werkt alleen als je een scherp beeld hebt van de doelgroep.’


Gemakkelijk is het nooit. In Andijk moet het bestemmingsplan nog worden gewijzigd. Onvermijdelijk komt er dan gesteggel. Hans Kröger van Het Grootslag is daarom enthousiast én realistisch. “Dit gaat tijd kosten, maar we kunnen hier echt een goed verhaal over zorg en wonen vertellen.”

Hij zou vaker zo willen werken, als de gelegenheid zich voordoet. “Maar deze aanpak is geen gemeengoed. In Nederland maakt de overheid nog steeds het plan. Daarna pas mogen anderen reageren.”


december 21, 2016

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page